KANZEON
ZEN CENTRUM DEN HAAG | ||
| ||
Vandaag ben ik zestig jaar geworden. De laatste vijftien jaar ben ik in mijn tweede jeugd met de Anonieme Alcoholisten. Daar ging een lange weg van vallen en opstaan aan vooraf. Tot mijn tiende jaar was ik een gelukkig kind. Ik had een grote sterke vader en een lieve mooie moeder. Ik kreeg ook nog drie zusjes. We woonden in Indië waar ik was geboren. Een onbewolkt bestaan. Plotseling een nieuw woord: oorlog. Onbekend, angstaanjagend. Oorlog in Holland, twee jaar later ook bij ons. Vliegtuigen, bommen, verhalen over dood en verlies. Japanse bezetters. Een zusje sterft, mijn vader wordt gevangen genomen - Wees flink, zorg goed voor je moeder en je zusjes. Ik ben bang, maar beloof het. Mijn grote sterke vader huilt. Mijn moeder ook. Wij moeten in een kamp. Nog meer angst, ziekte, dood. Ik moet groot zijn - ik moet flink zijn, werken voor extra eten. Ik dwing mezelf niets te voelen. Ik wil overleven. We overleven. Japan verliest de oorlog. Nederland verliest Indië. We gaan naar Holland. We werken hard. We zijn dankbaar dat we nog leven. Nu komen de gelukkige jaren terug. Ik ben twintig. Ik heb een goede baan. Zorg voor mezelf en maak plezier. Vrienden, uitgaan, verliefd zijn. Genieten van het leven. Diep van binnen wonen bange herinneringen. Ik ontdek de vluchtroute: drank. Ik ben dertig. Ik ontmoet de man van mijn leven: hij is groot en sterk als mijn vader. We trouwen en we krijgen vier mooie zoons. We zijn rijk en heel gelukkig. We werken hard. Weer een onbewolkt bestaan. Op een dag wordt mijn man ziek. Heel ziek. Hij gaat dood. Ik ben veertig. Mijn wereld stort in elkaar. Vier kleine kinderen, eigenlijk vijf. Ik moet flink zijn. Hard werken. Niets voelen. Nu weet ik hoe dat moet: met drank. Ik drink. Eerst om te slapen, dan om wakker te worden, om door te kunnen leven, om niets te voelen, om nog iets te voelen. Iedereen begrijpt mij. Iedereen vindt mij flink. Ik drink mijzelf het ziekenhuis in. Mijn kinderen worden liefdevol opgenomen door de familie. Ik blijf een half jaar in het ziekenhuis. Op aanraden van mijn familie ga ik verplicht vrijwillig naar een psychiatrische kliniek. Ik ben nog steeds verdoofd. Ik wil wel leven maar weet niet hoe. Ik kom weer thuis en wordt verenigd met mijn kinderen. Ik houd van ze, dat is alles wat ik weet. Ik ga weer drinken, ditmaal in het geheim. Ik ben 45 jaar en voel me nog steeds tien. Op een dag sta ik in mijn keuken. Ik heb een liter landwijn op. Een stem flitst door me heen: waar ben je in Godsnaam mee bezig? Wil je dood? Doe het dan beter. Wil je leven? Houd dan nu op met drinken. Maar dat kan ik niet. De fles is mijn enige overgebleven vriend. Hij troost mij en beschermt mij, voor het zwarte wanhoopsgat. Niet weer, niet weer. Ik pak mijn tas en haal het AA-nummer er uit dat iemand (mijn engel?) mij in het ziekenhuis ooit gaf. Ik draai het nummer. Ik ben dan 45 jaar. Een man zoekt mij op. Hij vertelt zijn verhaal. Hij neemt mij mee naar een AA-bijeenkomst. Ik ben heel bang. Het is nu of nooit. Ik kom de kamer binnen, ik kijk en luister. Hun verhaal is mijn verhaal. Ik slaak een diepe zucht. Ik hoef niets meer. Ik ben thuis.
Laundry
List www.drankjewel.nl Drankjewel is een initiatief van het Trimbos-instituut. www.aa-nederland.nl www.al-anon.nl silkworth.net/bb/contents.html
| ||