Kanzeon Bodhisattva
KANZEON ZEN CENTRUM DEN HAAG

home
citaat van de week
adressen en links
meer links

vorige | volgende

Vorige citaten:

Liefde tussen partners

Bert Hellinger

De liefde tussen partners vergt het loslaten van de eerste en meest intieme liefde, namelijk de liefde van een kind voor zijn ouders.

Pas wanneer de gehechtheid van een jongen aan zijn moeder - hetzij in liefde, hetzij in woede - is verdwenen, kan hij zichzelf ten volle aan zijn partner geven en werkelijk man zijn.

De gehechtheid van een meisje aan haar vader dient ook te verdwijnen voordat zij zich aan haar partner kan geven en een vrouw kan zijn.

Een succesvol partnerschap vraagt om opoffering en transformatie van onze vroegere binding als kind aan onze ouders - de jongen aan zijn moeder en het meisje aan haar vader.

[...]


Uit:

Bert Hellinger
De verborgen dynamiek van familiebanden
Altamira-Becht, 2001
Blz. 50 - 55

Lees het hele fragment.

Lees het verhaal van De mooie Wassilissa.

Lees ook het verhaal van IJzeren Hans.

Kijk ook op www.hellinger.com

naar boven



IJzeren Hans

Er was eens een koning en bij zijn slot lag een groot woud, waarin allerlei wild rondliep. Op een keer stuurde de koning een jager erop uit om een ree te schieten, maar hij kwam niet terug.

“Misschien is hem een ongeluk overkomen,” zei de koning en stuurde de volgende dag twee andere jagers erop uit die hem moesten zoeken, maar ook die bleven weg.

Toen liet de koning de derde dag al zijn jagers bij zich komen en sprak:

“Trek door het hele woud en kom niet terug voor jullie hen alle drie hebt gevonden,” maar ook van deze jagers kwam er geen een weerom en van de meute die zij hadden meegenomen werd geen enkele hond meer gezien. Vanaf die tijd waagde niemand zich meer in het woud. Het lag daar stil en verlaten en men zag er alleen nu en dan een adelaar of een havik overheen vliegen. [...]


Uit:

Grimm
Sprookjes voor kind en gezin
Rotterdam, Lemniscaat, 1991
Blz. 339-344

lees het hele verhaal

Lees ook het verhaal van De mooie Wassilissa.

Lees Bert Hellinger’s betoog over Liefde tussen partners.

Kijk ook op www.hellinger.com.

naar boven


De mooie Wassilissa

In een afgelegen koninkrijk leefde eens een koopman met zijn vrouw en hun enige mooie dochter Wassilissa. Toen het kind acht jaar was, werd de vrouw plotseling heel ziek. Op haar doodsbed riep zij Wassilissa bij zich, gaf haar een pop en zei:

“Luister, kindjelief, dit zijn mijn laatste woorden: vergeet ze niet. Ik ga sterven en laat je mijn zegen en dit popje na. Houd het altijd bij je en laat het aan niemand zien. In geval van nood vraag je haar om raad.”

Daarna kuste zij haar dochter voor de laatste keer en stierf.
[...]


Uit:

Marie-Louise von Franz
De vrouw in het sprookje
Rotterdam, Lemniscaat, 1996
Blz. 126-130

lees het hele verhaal

Lees ook het verhaal van IJzeren Hans.

Lees Bert Hellinger’s betoog over Liefde tussen partners.

Kijk ook op www.hellinger.com.

naar boven


Niets verandert - alles verandert

Wolter A. Keers

Als ik duidelijk gezien heb dat de tafel binnen mij is, verandert de bruine tafel daardoor niet in een groene tafel. Hij blijft bruin. En in die zin verandert er niets in het leven. Houdt de ervaring dat alles binnen mij is trouwens al niet in dat dit altijd zo geweest is, ook toen ik nog dacht dat het andersom was?

Maar in een andere zin verandert alles - misschien niet onmiddellijk, maar wel geleidelijk aan. Mijn standpunt verandert. Ik zal niet doorgaan met het verdedigen van een gefantaseerd plaatje, persoonlijkheid geheten; van een ik–gevoel dat ik het lichaam in projecteer, of van een ik–gedachte die ik het hoofd in lanceer. Zou ik die verdedigen tegen een omgeving waarvan ik nu weet dat die in feite binnen mij is? Of, om het anders te zeggen: wat heb ik te verdedigen, nu ik weet, dat ik mijn omgeving ben?

Lichamen houden er nog steeds niet van om te worden opgegeten door beren, en ik ren net zo hard weg als tevoren bij zo’n gevaarlijke ontmoeting. Maar psychisch gesproken verandert er een heleboel!

De ontdekking dat ik wezenlijk zoiets ben als oneindige ruimtelijkheid, gevuld met het bewustzijn waarin de wereld verschijnt en weer verdwijnt, dit lichaam en vele andere lichamen, huizen, straten, landschappen enzovoort, kan haast niet anders dan duidelijk maken dat een afwerende persoonlijkheid werkelijk tot helemaal niets dient. Verschijnselen als zelfmedelijden en ijdelheid verdwijnen, zodra ze overbodig worden. Ze worden overbodig zodra we door de illusie heenkijken en ophouden om het lichaam, bewegingen in de geest, activiteiten van de zintuigen en nog heel veel andere dingen aan te zien voor ik.

Als we geleidelijk aan ontdekken wat we niet zijn, begint de soms gewelddadige verdediging daarvan te verdwijnen. Het volledige verdwijnen van die afweer heet bevrijding.(1)

(1). Wat de algehele verdwijning van elke afweer betekent valt buiten het rijk van het verbeeldingsvermogen. De overgrote meerderheid van ons zal maanden en jaren nodig hebben, voordat het laatste restje afweer is verdampt .


Uit:

Wolter A. Keers, Jacques Lewensztain, Kumari Malavika
Yoga als kunst van het ontspannen
Prisma Pocket
Uitgeverij Het Spectrum
Utrecht / Antwerpen, 1986
Blz.105

naar boven


Dennis Genpo Merzel: Why is it so hard to be intimate? The conventional understanding of intimacy is two people relating personally to each other, treating each other as special people. Zen intimacy requires the vessels to be empty; then there is no relationship. The two are one, one empty self, one Mind. That is the true intimacy; it is communion.

If there is truly no self, then there is only what is in any given moment. The no-mind is the true Mind. There is only the situation, no separate self in relationship to it. When you are really at one with the situation, there is no fixed self, it is constantly shifting and changing. When you lose that kind of mobility and fluidity you get stuck, and immediately the situation becomes problematic.

Letting go, dropping off body and mind, has to happen continuously. That is shikantaza, that is enlightenment, being completely one with each situation, without any gap. Just as the birds sing in accord with the seasons, you respond according to what’s going on. When it is hot you take off your jacket, when it is cool you just put it on again. When you are despised you are just being despised, when you are loved you are just being loved. With no separation from the ever-changing moment, everything is just as it is.


From:

Dennis Genpo Merzel
Beyond Sanity and Madness:
The Way of Zen Master Dogen

Boston - Rutland, Vermont - Tokyo:
Charles E. Tuttle Co., Inc., 1994
P. 203

naar boven


Ecclesia de Eucharistia

Encyclical Letter “Ecclesia de Eucharistia” of His Holiness Pope John Paul II to the Bishops, Priests and Deacons, Men and Women in the Consecrated Life, and all the Lay Faithful:
On the Eucharist in Its Relationship to the Church (April 17, 2003)

[...]

Let us take our place, dear brothers and sisters, at the school of the saints, who are the great interpreters of true Eucharistic piety. In them the theology of the Eucharist takes on all the splendour of a lived reality; it becomes “contagious” and, in a manner of speaking, it “warms our hearts”. Above all, let us listen to Mary Most Holy, in whom the mystery of the Eucharist appears, more than in anyone else, as a mystery of light. Gazing upon Mary, we come to know the transforming power present in the Eucharist. In her we see the world renewed in love. Contemplating her, assumed body and soul into heaven, we see opening up before us those “new heavens” and that “new earth” which will appear at the second coming of Christ. Here below, the Eucharist represents their pledge, and in a certain way, their anticipation: “Veni, Domine Iesu!” (Rev 22:20).

In the humble signs of bread and wine, changed into his body and blood, Christ walks beside us as our strength and our food for the journey, and he enables us to become, for everyone, witnesses of hope. If, in the presence of this mystery, reason experiences its limits, the heart, enlightened by the grace of the Holy Spirit, clearly sees the response that is demanded, and bows low in adoration and unbounded love.

Let us make our own the words of Saint Thomas Aquinas, an eminent theologian and an impassioned poet of Christ in the Eucharist, and turn in hope to the contemplation of that goal to which our hearts aspire in their thirst for joy and peace:

Bone pastor, panis vere,
Iesu, nostri miserere...

Come then, good Shepherd, bread divine,
Still show to us thy mercy sign;
Oh, feed us, still keep us thine;
So we may see thy glories shine
in fields of immortality.

O thou, the wisest, mightiest, best,
Our present food, our future rest,
Come, make us each thy chosen guest,
Co-heirs of thine, and comrades blest
With saints whose dwelling is with thee.

Given in Rome, at Saint Peter’s, on 17 April, Holy Thursday, in the year 2003, the Twenty-fifth of my Pontificate, the Year of the Rosary.

IOANNES PAULUS II


Lees Het Nieuwe Testament, Johannes 6:22-59

Lees de hele encycliek op www.newadvent.org.

Lees een artikel uit Trouw over deze encycliek.

naar boven


Angst

Door Ignace Schretlen

Het kan haast niet anders of angst gaat in het medisch bedrijf een rooskleurige toekomst tegemoet. Een heuse campagne was noodzakelijk om patiënten af te kicken van de angstdempende benzodiazepinen. Prompt kwam er toen een prachtig indicatiegebied vrij voor nieuwe, veel duurdere medicamenten om angst te beteugelen. Gretig werden en worden wij getrakteerd op bijscholingen over ‘angststoornissen’ met de bekende cocktail aan ingrediënten: de schijn van veelbelovende, innoverende ontwikkelingen en een subtiele beïnvloeding van ons geweten: door onze nalatigheid blijven onnoemelijk veel patiënten lijden aan allerlei vormen van angst.

Maar zo eenvoudig als met antidepressiva zal het zeker niet gaan. Bij de behandeling van een depressie hoeven dokters geen greintje pijn te voelen, want de diagnose staat los van onszelf. Zolang het bij angst louter om klassieke fobieën gaat, zitten wij ook nog lekker in ons vel als weldoeners. Maar het begint te wringen wanneer de angst ons zelf bekruipt en onze beuzelpraatjes tekort schieten om patiënten gerust te stellen. Ik denk namelijk dat de geneeskunde zélf een machtige producent van ongelooflijk veel angst is. De overweging dat ik ooit patiënten - al dan niet op verzoek van familie - bewust onwetend heb gelaten van de ernst van hun aandoening om hun leven niet door angst te laten overschaduwen durf ik nu nauwelijks meer aan het papier toe te vertrouwen.

Engelse termen die ingeburgerd zijn geraakt in de Nederlandse gezondheidszorg genieten klaarblijkelijk een diplomatieke onschendbaarheid. Ik vrees daarom voor mijn naam als auteur wanneer ik alleen al de schijn zou wekken te tornen aan informed consent.

Het KNMG-cahier over dit onderwerp begint met de plechtstatige zin: ‘Het recht op informatie en het toestemmingsvereiste vormen de spil van de patiëntenrechten.’ Het is gemakkelijk om lekker duur te doen wanneer de Nederlandse wetgeving dit recht al onwrikbaar heeft verankerd. Tegenover de gigantische waarde die wordt gehecht aan informed consent bespeur ik echter maar bitter weinig initiatieven om de kwaliteit van informatie aan patiënten te bevorderen, laat staan enige bekommernis om de angst die het leven van patiënten zowel na adequate als niet-adequate informatieverschaffing kan gaan beheersen. Wanneer angst meetbaar zou zijn, zou dit de uitoefening van de geneeskunst in vergaande mate beïnvloeden.

Angst zou nooit een bedreiging kunnen vormen voor menselijk geluk wanneer het zich niet zo diep in ons bestaan zou wortelen. In angstgevoelens werpen zowel het verleden als de toekomst hun schaduw op de beleving van het leven, zoals dit op dat moment wordt geleid. Zelfs wanneer angst pure verbeelding is, is de impact hiervan niet minder dan de vitale rol van ‘positieve vormen van verbeelding’ in ons leven. Ik heb menigmaal meegemaakt hoe patiënten door angst werden verteerd, omdat slechts één woord uit de mond van een arts verkeerd was overgekomen. Een enkele keer was ik zelf die arts!

Achteraf moet ik met verbijstering constateren dat tijdens mijn medische studie angst één van die wezenlijke onderwerpen is geweest waaraan nauwelijks of geen aandacht is besteed. Misschien waren er wel goede redenen om angst ver buiten het gezichtsveld van studenten te houden zodat er nu heel veel collegae rondlopen die hiervan nog steeds geen enkele notie hebben totdat zij zelf - vroeg of laat - door dit gevoel worden overmand. Ik was zelf al jaren als huisarts werkzaam, toen de vraag naar ‘waar men bang voor is’ deel ging uitmaken van de anamnese maar ook van de evaluatie ná het geven van medische informatie, hoe onbeduidend ook. Het is een weliswaar wat simpele vraag om hiermee het zo moeilijk grijpbare fenomeen van angst te benaderen. Toch hebben maar weinig andere vragen aan patiënten zó hun nut bewezen.

Ignace Schretlen is huisarts, auteur en beeldend kunstenaar.

naar boven


Spirituele zorg

Door Wouter Zuurmond

Ontlopen arts en geestelijke elkaar bij hulp aan patiënten of is dat niet zo? Deze vraag kwam bij me op bij het binnenlopen van een kamer in het ziekenhuis waar patiënt en dominee druk in gesprek waren en de dominee aanstalten maakte om onmiddellijk weg te gaan. ‘Nee, u hoeft niet voor mij te weg te gaan. Als u een gesprek voert, kan ik toch later komen,’ was mijn reactie.

Een andere mogelijkheid was geweest dat de pastorale werker mij zeer toornig had aangekeken en had geroepen: ‘U stoort.’ De patiënt kwam tussenbeide en deed een onverwacht voorstel: ‘Als u beiden nu eens bleef!’ Er ontwikkelde zich een gesprek waarbij feiten naar voren kwamen, met name op het gebied van pijn, angst en beleving, die ieder van ons afzonderlijk nooit ter ore gekomen zouden zijn. De behandeling kon met behulp van de verkregen informatie op passende wijze veranderd worden. Spirituele vragen van de patiënt aan de arts worden vaak afgedaan met de opmerking dat de dominee of pastoor maar even langs moet komen. Terwijl arts, psycholoog en maatschappelijk werker al jaren geleden wat overleg betreft naar elkaar toegegroeid zijn, is tussen de medicus en de geestelijk verzorger nog steeds een brede kloof aanwezig. Onbekendheid met elkaars inzichten, werkwijze en zelfs bezoektijden maken overleg moeilijk. Het contact verloopt meestal met een groet op de gang, als men tenminste ooit aan elkaar is voorgesteld.

Religie en religieuze werkers hebben in de geschiedenis een belangrijke rol gespeeld in de geneeskunde in alle werelddelen. Hoe zouden onze geneeskunde en maatschappij er voor staan als niet vanuit religieuze motieven mensen zich verplicht voelden om onder andere voor mensen op te komen door verzorging, het vergaren en toepassen van kennis door het oprichten van bibliotheken en het aanleggen van kruidentuinen, kortom de geestelijke stond midden in de geneeskundige praktijk. Dit had niet altijd een positief effect, geloof en religie hebben ook wel een remmende invloed gehad op nieuwe ontwikkelingen.

Over psychologische problemen heeft de arts in zijn opleiding voldoende kennis en kunde mee gekregen om niet alleen patiënten te kunnen verwijzen, maar ook om zelf inbreng te hebben in eventuele problematiek. Spirituele problemen komen veel minder aan bod tijdens de opleiding. Colleges in spirituele hulpverlening en inkijk in elkaars keuken zou een belangrijke verbetering kunnen zijn om als arts niet blanco tegenover een groot aantal levensvragen te staan. Wel is het van belang dat aandacht wordt besteed aan de verschillende religies.

Een van de consequenties van een verbeterde samenwerking is dat de spirituele zorgverlener lid wordt van het behandelteam, zoals in kleiner verband dit in een aantal instellingen, zoals hospices, heeft plaatsgevonden. Dit hoeft niet in te houden dat met de dominee, pastoor of imam visite gelopen dient te worden, maar onderlinge communicatie met medeweten van de patiënt kan de zorgverlening aanzienlijk verbeteren omdat meer begrip kan ontstaan voor de specifieke problematiek.

Gezien het holistische karakter van de te bieden geneeskundige hulp kan veel van deze samenwerking verwacht worden, indien aansluiting kan worden verwezenlijkt.

Wouter Zuurmond is anesthesioloog en hoogleraar anesthesiologie/pijnbestrijding.


Beide columns uit:

Medisch Vandaag
Onafhankelijke krant van de medische professie

Jaargang 5 - nr 8
Dinsdag 29 april 2003


naar boven

vorige | volgende

 

 
home | wat is zazen? | citaat van de week | adressen en links | meer links